VAN DUBBELE NICHE NAAR MAINSTREAMMARKT

La vie est belle produceert biologische, vegetarische burgers

Tegenwoordig kijkt niemand nog vreemd op wanneer er een vegetariër in het tafelgezelschap zit, maar dertig jaar geleden was dat nog wel anders. Het Oostkampse bedrijf La vie est belle is opgericht vóór de dioxinecrisis, toen biologisch en vegetarisch nog echte nichemarkten waren. Het groeide echter snel uit tot een A-merk binnen dit segment, dat nu zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde in volle expansie is. “De uitdaging is dan ook om die positie verder te versterken, zonder onze bedrijfswaarden te verloochenen", zegt bedrijfsleider Stefaan Deraeve. Hij zet momenteel de krijtlijnen uit voor de '2.0-strategie'.

DOE-HET-ZELVERS

La vie est belle, vernoemd naar de gelijknamige film en mindset van regisseurs Benoît Lamy en Mweze Ngangura, is opgericht in 1992. 'Vegetarisch' en 'biologisch' maakten toen nog geen deel uit van het interesseveld van de doorsneeconsument. Ook technologieleveranciers waren hier nog niet mee bezig, dus moest men het productieproces zelf uittekenen en op punt zetten.

Advies uit vleesindustrie

“Als echte West-Vlaamse doe-het-zelvers zijn we thuis begonnen met de productie van de eerste burgers, letterlijk in de garage. Dat was toen nog puur handwerk, dus heel inefficiënt. Een uitdaging in de zoektocht naar een geautomatiseerd proces was bijvoorbeeld dat we granen koken. Daarbij komt zetmeel vrij, waardoor de machines en moules heel kleverig werden. In de bakkerijsector ving ik bot, dus ging ik daarna paradoxaal genoeg bij de vleesindustrie te rade om te weten te komen hoe ik de burgers het best machinaal kon vormen", begint Deraeve.

Professionalisering

“In 1996 waren we klaar voor de eerste schaalvergroting, in een geüpgradede loods in Sint-Michiels. In 1999 hielden we daar onze eerste open dag, wat tot onze eigen verbazing een ware overrompeling was. De dioxinecrisis was toen net losgebarsten en het vertrouwen in de vleesindustrie was helemaal weg, terwijl men duidelijk wel nieuwsgierig was naar onze innovatieve alternatieven. We mochten toen maken wat we wilden. Het was nieuw en gegeerd, en in de natuurvoedingswinkels was er nog plaats te over voor onze producten. Sinds 2010 zitten we in het huidige pand in Oostkamp, waar we nu 25 mensen tewerkstellen en een omzet van 3 miljoen euro realiseren", vervolgt hij.

“IN HET GAT IN DE MARKT GEVALLEN"

Wie een bedrijf voor biologische en vegetarische voedingsmiddelen opstart, moet zelf helemaal begeesterd zijn van die producten, zo menen we. La vie est belle-zaakvoerder Stefaan Deraeve bevestigt ons vermoeden volmondig.

“Ik ben eigenlijk verpleger van opleiding, net als mijn vrouw. In die hoedanigheid trokken we begin jaren 80 samen naar Afrika om daar een gezondheidscentrum op te richten. Twee jaar lang hebben we daar gewoond, gewerkt en … gegeten", begint Deraeve zijn uitleg. “We werden er als westerlingen geconfronteerd met een beperkt aanbod aan ingrediënten, met heel weinig vlees. Uit dat probleem, en uit onze verpleegkundige kennis over evenwichtige voeding, is onze inspiratie ontsproten voor een toen nog heel innovatief voedingspatroon."

“Bij onze thuiskomst gaven we enkele kookworkshops voor vrienden, en al gauw kwam er interesse van de toen nog zogeheten 'dieetwinkels' die onze producten wilden verdelen. Velen reageerden dat we het gat in de markt hadden gevonden, maar eigenlijk zijn we er pardoes in gevallen. Toen is de ondernemer in mij rechtgestaan. Enige kennis over zakendoen hadden we nog niet, maar de nieuwsgierigheid, het geloof en de goesting waren wel heel sterk aanwezig. We wilden gaan voor gezonde voeding, afkomstig van een duurzaam landbouwsysteem. Die waarden dragen we vandaag nog altijd uit."

PERSONEEL

Deraeve is psychiatrisch verpleger van opleiding. Hij is geboeid door de filosofische en psychologische kant van de mens, wat zich nu weerspiegelt in zijn bedrijfsvoering. Zo past hij in zijn personeelsbeleid al jarenlang toe wat men tegenwoordig 'arbeidsinnovatie' noemt.

Flexibel langs weerskanten

“Arbeid gaat bij ons veel verder dan geproceduurde handelingen uitvoeren. Iedereen moet de juiste drive hebben, bijvoorbeeld als het over kwaliteit gaat. Langs de andere kant willen we oor hebben voor de besognes van onze medewerkers. Voor de werkplanning proberen we dus rekening te houden met jonge ouders die op woensdagnamiddag thuis willen zijn. Als je als werkgever wat toegiften doet, wordt de rek aan de andere kant ook groter", tipt de zaakvoerder.

“Het werk zelf is bij ons vaak repetitief. Velen willen die taken niet uitvoeren, maar mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt zijn blij dat ze hier aan de slag kunnen. Een geweldige complementariteit", stelt hij.

BUITEN BEDRIJFSMUREN

De bedrijfsvoering gaat voor Deraeve evenwel verder dan de eigen bedrijfsmuren.

Leveranciers

“We staan in nauw contact met onze leveranciers, met wie we een stevige relatie willen opbouwen. Om lekkere, gezonde producten te kunnen afleveren, verwachten we goeie, kwalitatieve grondstoffen van hen; weliswaar passend in een duurzaam economisch model. Daarom leveren we graag wat profit in op de korte termijn, in de overtuiging dat dat ons op de lange termijn ten goede zal komen. Duurzaamheid - zowel economisch, sociaal als ecologisch - kun je volgens mij overigens niet claimen omdat je je water zuivert of een sociale insteek nastreeft in je tewerkstelling. Het is een proces van continue verbetering."

Kenniscentra

Naar eigen zeggen probeert de zaakvoerder het sociale en liberale gedachtegoed met elkaar te verzoenen in zijn bedrijfsvisie.

“We willen de typische bezieling van 'geitenwollensokkers' combineren met gezond ondernemersverstand en een professionele aanpak. Wat we doen, moet getoetst zijn door wetenschap en onderzoek, dus hebben we ook veel contacten met kenniscentra. De essentie van een gezond bedrijf is immers ook een gezond netwerk. Opnieuw buiten die bedrijfsmuren, dus. Samen met ILVO, Inagro, Colruyt Group en een lokale landbouwer bestudeerden we de mogelijkheden van biologische sojateelt in ons land. We ontwikkelden sojaburgers en -spreads, die nu bij Bio-Planet te koop zijn."

TOEKOMST

“De consument van de toekomst gaat op zoek naar voeding die duurzaam, ethisch, convenient en plantaardig is. Onze dubbele nichemarkt wordt dus mainstream", meent Deraeve.

2.0-strategie

Als er een grotere vraag is, stijgt evenwel ook het aanbod.

“Onze grootste uitdaging is dan ook om ons A-merk verder te versterken, terwijl er ondertussen wereldspelers zijn met R&D-budgetten die zes keer zo hoog zijn als onze jaaromzet. Het is duidelijk dat we meer zullen moeten verwezenlijken met onze huidige ploeg en infrastructuur, zonder onze bedrijfswaarden te verloochenen", klinkt het.

Dat zijn de targets in de strategie van de tweede generatie, want ondertussen zijn hier drie van de vier kinderen van de bedrijfsleiders actief. Even begeesterd als hun vader.