- 20 augustus 2020
- Door Wouter Verheecke
- | 5 min. leestijd
- | Bron: Foodprocess
TREND NAAR MINDER EN ANDERE VERPAKKINGSMATERIALEN
Ook machinefabrikanten leveren duurzaamheidsoplossingen
In de huidige duurzaamheidsdebatten is de voedingsindustrie onmiskenbaar een grote slokop. Naast de grote transportuitstoot, die we ook in andere industriële sectoren zien, staan vooral de vele verpakkingen en de voedselverspillingen hierbij ter discussie. Net op deze punten proberen de R&D-afdelingen verbeteringen door te voeren, en dit zowel bij de materiaal- als de machinefabrikanten. Zij streven samen naar minder en/of andere verpakkingsmaterialen; beantwoordend aan de recyclageregelgeving, met behoud van de functionaliteiten van de originele verpakkingen én zonder grote meerkosten. Een overzicht van de nieuwste mogelijkheden!
VRAAG EN AANBOD NAUW VERWEVEN
Voedselverpakkingen zijn een noodzakelijk kwaad. 'Noodzakelijk' tijdens het transport en de bewaring van de levensmiddelen; 'kwaad', zodra die eruit gehaald zijn. Het is niet eenduidig te zeggen wie er juist 'pusht' of 'pullt' bij de huidige duurzaamheidsinitiatieven hierrond.

Enerzijds volgt de retail de wensen en noden van consumenten op de voet en legt zij strenge eisen op aan de voorgaande schakel; de voedingsindustrie. Anderzijds broedt die laatste zelf ook op nieuwe opportuniteiten, om zo te scoren bij hun afnemers en de eindgebruikers. In ieder geval staan de fabrikanten van verpakkingsmaterialen en -machines logischerwijs in nauw contact bij de nieuwe ontwikkelingen, want die twee moeten letterlijk op elkaar afgestemd zijn.
MINDER VERPAKKING
De motieven om vooreerst minder verpakkingsmaterialen (zowel primair als secundair) te gebruiken, zijn duidelijk. Zo worden er niet alleen minder grondstoffen geproduceerd en gerecycleerd, maar met de lichtere verpakkingen dalen ook de transporten en de bijhorende uitstoot in de hele logistieke keten. We moeten hierbij dus wel opmerken dat de verpakking een belangrijke beschermende functie vervult. Neem je die weg, dan neemt de houdbaarheid van de levensmiddelen drastisch af, en werk je net méér voedselproductie en -verspilling, en ook méér transporten, in de hand. Finaal zou het milieu dan dus net extra belast worden, wat natuurlijk de bedoeling niet is.
ANDERE MATERIALEN
Hebben we het daarnaast ook over andere verpakkingsmaterialen, dan is het vooral de betere recycleer- of composteerbaarheid van die alternatieven die beoogd wordt. Denk hierbij typisch aan de groene uitstraling van papier en karton, wat hierdoor tegenwoordig een populaire keuze is, maar ook aan mono- in plaats van multilayers bij plastic, of aan bioalternatieven zoals PLA, maiszetmeel of rietsuiker.
Ook hier stoot men echter op limieten en beperkingen. Alleen al om de convenience-redenen is het duidelijk dat je een plastic of aluminium schaaltje voor bijvoorbeeld bereide maaltijden niet zomaar door een kartonnen variant kunt vervangen. Niet alleen zou het kartonnen schaaltje nat worden door de saus, maar bovendien moet dit - net als de conventionele materialen - geschikt zijn voor opwarming in de (microgolf)oven.
CONCRETE VOORBEELDEN
Hybride verpakkingen

De zogeheten hybride verpakkingen, met een dun, plastic laagje boven op het karton, vormen een huidige oplossing voor die geschetste functionaliteitenproblematiek.
Dit plastic is dan weliswaar nadelig voor de recyclagemogelijkheden van het karton, waardoor het procentuele aandeel van die 'liner' ten opzichte van het totaalgewicht van de verpakking beperkt wordt. Deze regelgeving verschilt momenteel echter van land tot land. Bij de investering in nieuwe verpakkingsmaterialen en/of -machines kiezen exporterende bedrijven er dan ook soms noodgedwongen voor om zichzelf strengere regels op te leggen dan strikt noodzakelijk is, opdat ze zo in alle landen waarnaar ze uitvoeren, in orde zouden zijn. Ofwel voorzien ze voor de consumenten sowieso de mogelijkheid om dit plastic laagje makkelijk van het karton te scheiden.
Een recente doorontwikkeling is een machine om deze kartonnen schaaltjes zelf, 'vanaf plano', te vormen en de liner hierin te sealen, zodat ze lucht- en vochtdicht zijn. Dit heeft vooral economische en logistieke voordelen, vergelijkbaar met trayseal- en dieptrekmachines voor plastic schaaltjes. Voor de vormstap is een nieuwe machine vereist, maar het vullen en aanbrengen van de bovenseal kan met een bestaande machine.
Vacuüm skin

Hierop voortbordurend, vormt de vacuümskinverpakking een ecologischer alternatief voor de klassieke MAP-verpakking bij producten als vers vlees en vis. Het traditionele kunststof schaaltje wordt hierbij vervangen door vlak karton en de dunne folie op dit karton houdt het product ingekapseld op zijn plaats. Dit laagje plastic kan 'pealable' zijn, om zo tegemoet te komen aan de geldende recyclageregels; waar ook ter wereld. Hetzelfde principe kan overigens ook worden toegepast op trayseal- en dieptrekmachines, waarbij het product dan wel in een - al dan niet voorgevormd - plastic schaaltje terechtkomt.
Er zijn hierbij overigens nog meer, ook niet-ecologische, voordelen te vermelden; ook voor het product zelf. Door de gecreëerde vacuümomgeving is het product vooreerst nóg langer houdbaar dan in de 'modified atmosphere', en zijn er dus minder transporten nodig. Dit verhoogt ook de productkwaliteit, doordat het sap tijdens de bewaring in het vlees blijft. In het geval van - bedrukbaar - karton neemt ook de beschikbare oppervlakte voor 'branding' toe. Tot slot kan de retailer deze verpakkingen verticaal presenteren en spaart hij zo ruimte in zijn koeltogen.
Een uitdaging vormt hierbij wel het etiket met de variabele informatie. Doordat het vlakke oppervlak van de bovenseal verdwijnt en die bij het vacuümtrekken de grillige vorm van het product aanneemt, moet dit etiket precies in een hoek van het karton of het schaaltje - naast het product - terechtkomen. Ofwel is er een extra, papieren 'sleeve' om de verpakking heen nodig. Anderzijds kan de vaste productinfo heel eenvoudig op de achterkant van het karton worden bedrukt.
Het grootste struikelblok van de vacuümskinverpakking is het feit dat de Belgische consument hier nog niet mee vertrouwd is, hoewel dit ondertussen zeker 'proven technology' is. In het Verenigd Koninkrijk is deze manier van verpakken al langer de standaard, door de vele voordelen voor de verschillende schakels in de hele productieketen. Er moet hiervoor wel geïnvesteerd worden in een compleet nieuwe, 'dedicated' machine en ook de materialen zijn momenteel nog duurder dan bij het MAP-procedé. Naarmate deze oplossing echter meer gebruikt wordt, verwacht men natuurlijk dat de kosten zullen dalen. Vergelijk het maar met de overgang van rekfolie naar MAP bij diezelfde levensmiddelen.
Minder (rest)folie

Voorts bekijken machinefabrikanten ook hoe ze de restfolie bij het snijden van de seals en/of het vormen van de schaaltjes kunnen minimaliseren, door het sealen en snijden op te splitsen, om ook op die manier minder plastic te verbruiken en de afvalberg van voedingsproducenten te reduceren.
Een andere oplossing met datzelfde doel voor ogen, maar dan met de focus op de eigenlijke verpakking, is de 'tight bag'. Daarbij wordt het onnodige teveel aan lucht uit de zak gezogen, bijvoorbeeld bij diepvriesproducten. Resultaat: kleinere verpakkingen en dito logistieke uitstoten.
Ook bij verticale flowpackmachines, voor bijvoorbeeld de verpakking van kruiden of sla, bestudeert men de mogelijkheden om de zakken compacter en dus met minder folie te maken, door de producten op een optimale manier in de verpakking te laten vallen.
GEVOLGEN VOOR MACHINES
Uiteraard hebben die nieuwe trays en folies met hun specifieke karakteristieken consequenties voor de verpakkingsmachines. Soms zullen aanpassingen aan bestaande machines of lijnen volstaan, maar in andere gevallen - lees: meestal - is een nieuwe installatie aangewezen.

Er zijn overigens niet alleen de louter technische uitdagingen, doordat de toevoer of ontnesting anders moet, maar ook de flexibiliteit van de hele lijn en de kosten zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.