- 02 mei 2022
- Door Katia Merten-Lentz
- | Bron: Foodprocess
Nulrisico: hele uitdaging voor de voedingsindustrie

Het nieuws wordt recent gedomineerd door voedselschandalen. Ferrero, die ervan wordt verdacht honderd kinderen te hebben besmet met salmonella in Kinder Suprise-eieren, werd door de Belgische gezondheidsautoriteiten gedwongen (tijdelijk) zijn fabriek in Aarlen te sluiten. Nestlé moest onlangs de pizzaproductielijnen in de Buitoni-fabriek in Caudry stopzetten na de ontdekking van verschillende ernstige besmettingen door de bacterie Escherichia coli. En na de ontdekking van sporen van listeria in rauwe melk, riep Lactalis recent alle rauwmelkse kazen terug.
Verantwoordelijkheid
Deze crises illustreren de moeilijkheid en complexiteit die komt kijken bij de naleving van de voedselveiligheids- en hygiëneregels. Maar ook opvallend is de verantwoordelijkheid die levensmiddelenfabrikanten dragen.
De reguliere pers, die vaak snel spreekt over nalatigheid of - erger nog - vermeende kwaadwilligheid van fabrikanten, omdat zij niet-conforme of zelfs besmette producten op de markt hebben gebracht, maakt hun taak er niet makkelijker op.
Vaak wordt vergeten dat voedselveiligheid centraal staat bij de bedrijven, omdat zij bij de geringste melding het vertrouwen van de consument dreigen te verliezen en dus al het mogelijke zullen doen om incidenten te voorkomen.
Autocontrole
Het principe waarop voedselveiligheid in Europa is gebaseerd, is dat van zelfcontrole, voorzien van een systeem waar aansprakelijkheid ook zonder schuld bestaat. Met andere woorden: de levensmiddelenindustrie mag zelf haar controle-instrumenten en -wapens kiezen, zolang het aan hen toevertrouwde doel maar wordt bereikt. Alleen 100% veilige levensmiddelen mogen de markt op.
Krachtens de Europese Verordening 178/2002, de grondlegger van de Europese regelgeving op het gebied van voeding, moeten alle levensmiddelenfabrikanten tijdens alle stadia van productie, verwerking, vervoer en distributie controleren of de producten aan alle gezondheids- en veiligheidseisen voldoen.
Intrekking of terugroeping
Fabrikanten staan echter slechts enkele teksten ten dienste aan de hand waarvan zij de naleving van deze eisen kunnen beoordelen. Het is in de praktijk dus vooral op basis van een eigen inschatting van de risico’s dat het bedrijf de controle- en preventiemaatregelen gebruikt en voortdurend aanpast en verbetert, zoals goede hygiëne- en fabricagepraktijken, de toepassing van HACCP-regels en het hier besproken principe van nulrisico.
Echter, artikel 19 van dezelfde Verordening verplicht exploitanten van levensmiddelenbedrijven die (redenen hebben om te) menen dat een geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd levensmiddel niet voldoet aan de wettelijke veiligheidseisen een procedure tot terugtrekking of terugroeping te starten. Deze procedures houden in dat verdachte producten uit de schappen worden gehaald en/of aan consumenten wordt gevraagd de producten terug te brengen, zodat die kunnen worden vernietigd. De omvang en kosten van deze maatregelen verschillen van geval tot geval en zijn afhankelijk van de actie.
Hoe dan ook: zodra een risico wordt vermoed of is bevestigd, is het aan de exploitant om een beslissing te nemen over de intrekking of terugroeping en over de omvang van deze maatregel.
Nulrisico
Tegelijkertijd hebben nationale autoriteiten, met name in Frankrijk, in toenemende mate de strafrechtelijke sanctiedruk verhoogd en eisen consumenten systematisch 'nulrisico'.
Interessant in deze context is dat sinds 1979 gezondheidsproblemen worden geregistreerd via het RASFF-platform (Rapid Alert System for Food and Feed), een voedselwaarschuwingssysteem waarmee meldingen kunnen worden verzonden wanneer er in de voedselketen risico's voor de volksgezondheid worden vastgesteld.
Elke dag worden er bijna 20 meldingen geregistreerd op het RASFF-platform
Wanneer een lidstaat of een exploitant een gevaar voor de gezondheid constateert, meldt hij dit op het platform, met gedetailleerde informatie over het betrokken product, de ernst van het risico en de maatregelen die op nationaal niveau zijn genomen om het te verhelpen (bijvoorbeeld het uit de handel nemen of vernietiging van een bepaalde partij van het product).
Dagelijks meldingen
Tegenwoordig zijn productintrekkingen en terugroepacties zeer gebruikelijk. Elke dag worden er bijna 20 meldingen geregistreerd op het RASFF-platform om verschillende redenen, zoals de aanwezigheid van niet-aangegeven allergene stoffen, glas of plastic, of vanwege bacteriële risico's.
Ter illustratie werden er op de dag van dit schrijven 16 meldingen gedaan. Vervolgens is er zes keer het product teruggeroepen of ingetrokken en twee keer werden er partijen van het product vernietigd. Het komt vaak voor dat dezelfde productcategorie onderwerp is van verschillende, onafhankelijk van elkaar gedane meldingen. Zo vonden er tussen 16 augustus en 27 oktober 2021 zes ernstige waarschuwingen plaats over pizza's die aanleiding gaven tot terugroeping en zelfs retourzendingen.
Maar hoe al deze (20 per dag!) meldingen te verklaren, ondanks de grote aandacht voor voedselveiligheid in de keten? Misschien simpelweg omdat niemand tot het onmogelijke kan worden gehouden. Een gezondheidsprobleem kan soms - helaas - aan de aandacht van de meest waakzame controlesystemen ontsnappen.
Juridisch advies
Katia Merten-Lentz is oprichter en partner van Food Law Science & Partners, een internationaal advocatenkantoor gespecialiseerd in Europese levensmiddelenwetgeving met vestigingen in Brussel en Parijs.