- 07 juli 2023
- Door dr. Alexis Daveloose
- | Bron: Foodprocess
WHO zet aspartaam op lijst van mogelijke carcinogenen
Artificiële zoetstof als potentieel kankerverwekkend beschouwd

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) staat volgens Reuters op het punt om aspartaam – een van de meest voorkomende artificiële zoetstoffen – op de lijst van potentiële carcinogenen te zetten. Dit zou deze maand al gebeuren, wat mogelijk grote gevolgen zal hebben voor de voedingsindustrie.
Aspartaam?
Aspartaam komt vooral in frisdranken voor, maar kent ook toepassingen in kauwgom en andere voeding. Het wordt vaak gebruikt als een alternatieve zoetstof voor suiker, bijvoorbeeld in 'light'-producten. Het veelvuldige gebruik van aspartaam komt nu mogelijk op de helling te staan door een aankomend besluit van de WHO.
Reuters bericht immers dat het International Agency for Research on Cancer (IARC) – de onderzoeksarm van de WHO betreffende kanker – van plan is om aspartaam al deze maand op de lijst te zetten van stoffen die mogelijk kankerverwekkend zijn voor mensen.
IARC?
Het IARC beslist dergelijke zaken op basis van het beschikbaar wetenschappelijk materiaal, waarbij naar alle gepubliceerde studies van dat moment wordt gekeken. Na dit grondig onderzoek zou een panel van externe experten begin juni hebben samengezeten om het besluit over aspartaam te nemen. Volgens bronnen dichtbij het panel zou het oordeel dus negatief zijn.
Een belangrijke kanttekening: een dergelijk besluit houdt geen rekening met hoeveel de gemiddelde mens veilig kan consumeren van de als schadelijk beoordeelde stoffen. Dit specifieker advies moet van een aparte commissie van experten komen, die zich toelegt op voedseladditieven (de zogenaamde Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives, JECFA). Ook nationale regulatoren spelen een rol bij een dergelijk advies.

impact?
Historisch gezien is het wel zo dat gelijkaardige besluiten van het IARC in het verleden tot grote zorgen hebben geleid onder consumenten en zelfs voor rechtszaken of veranderde recepten hebben gezorgd. Het IARC heeft dus heel wat invloed op het brede publiek, vaak net omdat men niet goed weet wat hun besluit nu juist inhoudt.
Het JECFA onderwerpt aspartaam eveneens aan een grondig onderzoek dit jaar. Deze procedure begon eind juni en is gepland om beëindigd te worden op 14 juli, wanneer zowel het JECFA als het IARC hun beslissing publiek zullen maken. Tot nu toe zei het JECFA dat een volwassene van 60 kg dagelijks meer dan 12 blikjes frisdrank met aspartaam zou moeten drinken om risico te lopen. Deze aanname is door de meeste nationale instanties overgenomen.
Nu wordt aspartaam dus volop in het vizier genomen, of het IARC dit nu bedoelt of niet. Het verleden heeft uitgewezen dat zelfs bij stoffen waarover geen eensgezindheid bestaat over het carcinogene aspect de publieke opinie erg negatief beïnvloed kan worden. Het wordt dus aandachtig wachten op de besluiten van zowel IARC als JECFA, om vervolgens bedachtzaam de rol van aspartaam in onze drank en voeding te evalueren.