- 31 oktober 2018
- Door Sammy Soetaert
- | 8 min. leestijd
- | Bron: Motion Control
BELGIE STAAT AAN DE TOP
Paul Peeters (Agoria) vindt dat we onze bescheidenheid moeten afleggen
We mogen best wat trotser zijn op ons land, dat is zowat de rode draad door de visie van Paul Peeters, bij Agoria de stuwende kracht achter het Factories of the Future-programma. We polsten hem over hypes en evoluties, over mens en machine, over onze bescheiden volksaard en over onze positie op Europees vlak.

INDUSTRIAL BLOCKCHAIN NOG HYPE
Onze lezers worden geconfronteerd met heel diverse nieuwe technologieën. Maar welke zijn er écht al relevant?
Paul Peeters: “Blockchain voor industrie zie ik nu nog als een hype. Er wordt veel over geschreven en gepraat, maar het is nog niet relevant op korte termijn. Maar ik durf ook Virtual Reality en Augmented Reality voor een stuk nog in die hypefase te plaatsen. Bedrijven liggen daar echt nog niet van wakker. Misschien is dat binnen pakweg vijf jaar anders, maar nu is dat nog niet aan de orde."
Wijst dat niet op een kloof tussen wat de R&D-afdelingen van leveranciers op de markt gooien en wat er effectief nodig is op de werkvloer? Wij denken dan bv. aan 3D-printen en cobots.
Paul Peeters: "Bij cobots zal het zaak zijn om precies aan de noden van het bedrijf te voldoen. Zodra ze zich daarbuiten begeven, zijn andere oplossingen voorlopig performanter, o.a. door de eisen in snelheid en payload. Maar die technologie zie ik wel volledig doorbreken. Hetzelfde geldt voor 3D-printen, dat is stilaan volwassen aan het worden. Het stadium van prototyping - waaraan het vooral gelinkt wordt - is men stilaan aan het verlaten. Sirris is bijvoorbeeld bezig met het bouwen van een proeflijn waarbij een 3D-printer rechtstreeks in de productielijn geïntegreerd wordt. Dat doen ze omdat er vraag uit de markt is. Ik verwacht daarom de eerste dergelijke toepassingen binnen twee à drie jaar. De echte grote doorbraak zie ik binnen vijf à tien jaar plaatsvinden. Beide technologieën hebben een duidelijk potentieel, op termijn komen die wel volledig aan de oppervlakte."
AI & CYBERSECURITY
Paul Peeters: “Twee thema's zie ik nu helemaal doorbreken als bouwblok voor Industrie 4.0: artificiële intelligentie en cybersecurity. Artificiële intelligentie zit al een tijd in de wachtkamer, al sinds een jaar of tien wordt daarover gesproken. Toen stond de technologie nog niet ver genoeg om data snel genoeg te kunnen verwerken en er waren simpelweg niet genoeg datapunten beschikbaar. Nu is dat stilaan wél het geval. Ook cybersecurity wordt een belangrijk thema. Bedrijven communiceren niet alleen intern, maar delen ook steeds meer informatie met externe partijen: leveranciers en klanten, maar ook derde partijen. Automatisch kom je dan bij internet en de cloud uit, en daar is toch wat weerstand rond. Heel veel kmo's hebben schrik om hun server in de cloud te zetten. We moeten zowel ondernemers als beleidsmakers goed sensibiliseren. Niet alleen over de gevaren, maar ook rond de mogelijkheden, zodat op het juiste moment de juiste stappen gezet kunnen worden."
Hoe ziet u onze bedrijven op lange termijn evolueren?
Paul Peeters:“Er staan belangrijke evoluties op stapel. Wie nu een duidelijke visie en strategie ontwikkelt over waar je als bedrijf wil staan in pakweg 2030, zal daar later de vruchten van plukken. Kleine series produceren op maat van de klant zal volledig doorbreken. Consumenten zullen de industrie dwingen om hun producten volledig aan te passen aan steeds individuelere, persoonlijke noden. Ook ver transport zal steeds minder aanvaard worden. Gepersonaliseerde producten die plaatselijk vervaardigd worden, daar zit nog heel veel groei in. Op een webportal kunnen consumenten via onlineconfiguratoren zelf beslissen hoe hun product eruit moet zien. De industrie produceert het vervolgens snel en efficiënt in performante, wendbare en flexibele productiefaciliteiten dicht bij de klant."
INDUSTRIE 4.0
Wat kan een CEO of productiemanager doen om de interne weerstand tegen Industrie 4.0 te counteren?

Paul Peeters:"Een eerste belangrijke bemerking is dat 'Industrie 4.0' nooit een doel op zich mag zijn. Ik zie het eerder als een aantal verschillende bouwblokken, waaruit bedrijven kunnen putten om hun uiteindelijke bedrijfsdoelen sneller en beter te bereiken. Voor bedrijf A kan dat een compleet andere benadering vergen dan voor bedrijf B. Velen denken bij Industrie 4.0 meteen aan een doorgedreven automatisering in productie en industriële robots. Maar ik geef u het voorbeeld van Newtec, een van de eerste Belgische Factories of the Future. Zij produceren apparatuur voor satellietcommunicatie. Daar staan er helemaal geen robots, maar is er vooral gekozen voor een zeer sterk doorgedreven digitalisering. De grote doorbraak hier ligt in het anders (lees: digitaal) gaan werken, door het compleet wijzigen van het DNA van het bedrijf. Een zeer open communicatie, gebaseerd op 100% transparante informatie, is in dit veranderingsproces een belangrijk principe gebleken. Het resultaat is dat één operator nu tot 400 verschillende systemen kan maken, waar deze vroeger maximaal een tiental producten kon assembleren. Digitalisering is hier de faciliterende kracht, want het helpt de medewerkers om die opstap te kunnen maken. Als wederdienst krijgen ze een veel interessantere job. Ze worden voortdurend uitgedaagd om nieuwe dingen aan te leren, in plaats van een hele week hetzelfde repetitieve werk uit te voeren. Geen enkele werknemer wil nog terug naar de oude werkwijze."
MENSEN BELANGRIJK
Zijn directies soms niet terughoudend voor digitalisatie en automatisatie, omdat ze bang zijn van de reactie van het personeel op een verminderende tewerkstelling?

Paul Peeters: "Ik geef hier graag even mee dat de twintig laureaten van de Factories of the Future Awards de laatste vier jaar 13% extra werk gecreëerd hebben. Wees daarom niet bang van je personeel, maar ga de dialoog aan met hen en met de sociale partners. Maar we stellen na een bevraging vast dat het vooral het middenkader is dat dwarsligt. De directie wil investeren en de mensen op de werkvloer beseffen ook dat het voor hen voordelen inhoudt. Maar de tussenlaag durft weleens de grootste weerstand te bieden. Veranderingsbereidheid is nochtans broodnodig. En die 'agility' (wendbaarheid) blijkt dus vaak te haperen bij het middenkader. Meestal zijn dat oudere ex-operatoren die zich opgewerkt hebben, en zij zien die veranderingen, met al die nieuwe technologieën, veel minder zitten. Daar moet dus de nodige aandacht aan besteed worden.“
Ziet u nog andere valkuilen bij de transitie naar Industrie 4.0?
Paul Peeters: "De transitie naar Industrie 4.0 - of in Factories of the Future, zoals wij ze eerder noemen - is zoals topsport", hoorde ik ooit een van onze laureaten van de Factories of the Future zeggen. Daar is geen letter van gelogen; je moet passie hebben, voortdurend kijken waar je naartoe wil zonder de focus te verliezen, en dat gedurende jaren. Ik merk ook dat onze laureaten de laatste jaren een zekere positieve stabiliteit opgebouwd hebben in het management. Bij een overname en/of te snelle veranderingen van directeur of management krijg je te vaak een wisseling van prioriteiten, en dat levert geen rechtlijnig beleid op, iets wat broodnodig is in deze transitie. Continental is hier een mooi voorbeeld van hoe het wel kan. De stabiliteit leidde er tot een proces van continuous improvement, en dat levert hun nu geen windeieren op. Het is zo belangrijk om méé te zijn als bedrijf."
En wat met het financiële plaatje?
Paul Peeters: “Industrie 4.0 is gegroeid in Duitsland uit grote mastodontbedrijven als BMW, Siemens en Bosch. Daarom is de perceptie ontstaan dat Industrie 4.0 enkel weggelegd zou zijn voor grote, slagkrachtige bedrijven. Maar de bouwblokken van Industrie 4.0 hoeven niet duur te zijn. Arkite is hier een prima voorbeeld, een start-up uit eigen land die de markt verovert met een projectieassistentiesysteem. Dat is een betaalbaar systeem dat binnen de mogelijkheden van elke kmo ligt. Hetzelfde geldt voor artificiële intelligentie. Denk niet dat dit enkel de moeite loont voor grote bedrijven uit de procesindustrie die enorme hoeveelheden data spuien. Ook voor de maakindustrie is dit een zeer relevante technologie. Laat de trein niet passeren omdat je denkt dat dit niks voor je bedrijf is."
KRACHT VAN NETWERKEN
Paul Peeters: “België is een uniek land in Europa op het vlak van start-ups in de manufacturingindustrie. Onze start-ups situeren zich vooral in de b2b-sfeer, terwijl dat in andere landen vooral b2c is. Wij zien daar heel mooie win-winsituaties in. Er is een unieke mogelijkheid voor onze maakbedrijven om die start-ups aan te spreken. Deze start-ups zijn in eerste instantie vooral op zoek naar nieuwe klanten, om daar later als referentie mee te kunnen uitpakken naar andere klanten toe. Omring u met de juiste start-up(s), maar kijk ook naar andere actoren zoals het technologiecentrum Sirris of het strategische onderzoekscentrum Flanders Make, een ander bedrijf of een hogeschool of universiteit. Ik zie enorm veel potentieel in dat voortdurend samenwerken met andere actoren op projectbasis. Bij Duracell hebben ze ons onlangs gevraagd om samen een project voor cocreatie op te starten met een aantal collega-maakbedrijven en -technologieaanbieders. Zij zijn sterk bezig om hun productiesysteem 'smart' te maken op basis van artificiële intelligentie, maar ze beseffen dat de gecombineerde kennis van henzelf en die van anderen kunnen helpen om dat doel sneller te bereiken. Net omdat die bedrijven geconfronteerd worden met dezelfde problematieken, kan dat zeer efficiënt verlopen. Ook in Sint-Truiden is er onlangs een project rond cocreatie opgestart. Punch Powertrain, Tenneco en Bosch Tienen zullen samen een sterke maakactiviteit creëren in de streek en samen uitdagingen als de zoektocht naar gekwalificeerd personeel en efficiënter produceren aanpakken. Ongetwijfeld zien we de komende tijd nog meer van dergelijke samenwerkingsverbanden ontstaan."
FACTORIES OF THE FUTURE IN EUROPA
De Factories of the Future Awards zijn ondertussen een bekend gegeven in onze sector. In de recentste editie waren twee van de vier laureaten voedingsbedrijven. Merkt u grote verschillen in innovatiedrang tussen de sectoren?
Paul Peeters: "Elke sector heeft bepaalde accenten, maar ik merk eigenlijk minder verschillen dan ikzelf verwachtte in het begin. De thema's zijn quasi gelijklopend. Enkel in de procesindustrie ligt dat wat anders, omdat je daar veel continue processen hebt. Maar over het algemeen zien we vaak dezelfde onderwerpen terugkeren. Industrie 4.0 sloopt als het ware de muren tussen sectoren. Je ziet ook dat technologieaanbieders steeds vaker componenten en systemen leveren die in meerdere sectoren aangewend worden. Digitalisering is bijvoorbeeld alomtegenwoordig. Zelfs in de bouwsector is die trend aan de gang met het BIM-programma (Building Information Management). Daarin wordt het complete bouwproces gedigitaliseerd om gebouwen slimmer te maken. Ook binnen onze eigen structuur houden we daar meer rekening mee, door de schotten tussen de afdelingen weg te werken."
Paul Peeters heeft nog goed nieuws over de Factories of the Future: “Wij trekken Europa in. Ons traject om maakbedrijven te assisteren in hun innovatie op weg naar de Fabriek van de Toekomst en de ondernemingen te belonen die succesvol de transformatie doorgemaakt hebben, is ook Europa opgevallen. De aanpak van België zal nu in heel Europa uitgevoerd worden. Landen als Nederland en Duitsland kijken naar ons, om te zien hoe wij het aanpakken. Het geeft onze maakbedrijven meer visibiliteit en uitstraling. Onze laureaten kunnen zo dubbel profiteren van de opschaling van ons Factory of the Future-programma naar het Europese niveau."