- 04 januari 2021
- | Bron: Motion Control
Decentraal aandrijven en besturen
- nu ook via I/O-Link
Er zijn talrijke applicaties waar een systeem met decentrale aandrijving de voorkeur geniet op een centraal aangestuurd systeem. Peter Van den Hende van Lenze vertelt ons waarom dat zo is. En passant legt hij ons ook uit waarom het bedrijf in haar i550 Protec frequentieregelaars I/O-Link inzet om te communiceren.
Wanneer kies ik voor een decentrale opbouw?
Peter Van den Hende: ”Een bepalende factor in de keuze van een centrale of decentrale opbouw hangt af van de grootte van de machine of installatie en het aantal aandrijvingen. Bij machines met een beperkte omvang zal een centraal aangestuurd systeem met één schakelkast de voorkeur wegdragen. Als echter de afstand tussen de schakelkast en de motoren groter wordt (bv.: intralogistieke installaties), stijgen de kosten van de afgeschermde kabels, de montage hiervan en de EMC-maatregelen om een CE-keuring te bekomen."
Om een duidelijk overzicht te krijgen wat u met decentrale sturingen kan uitsparen kan u de Smart Conveyor Calculator gebruiken op de Lenze-website (Smart Conveyor Story - lenze.com).
Door het gebruik van een i550 Protec wordt een schakelkast overbodig
"Een andere toepassing van decentrale sturingen is het aansturen/regelen van Industrial Equipment zoals ventilatoren, pompen … die ergens alleen opgesteld staan, ver van een schakelkast. Door het gebruik van een i550 Protec wordt een schakelkast overbodig. De i550 Protec kan ook voorzien worden van een extra box, waardoor er extra ruimte ter beschikking komt voor zekeringen, potentiometers, signaalomvormer voor temperatuurmeting ..."
i550
De i550 heeft men zowel in een IP66-uitvoering (i550 Protec) als in de IP20-variant voor inbouw in een schakelkast. Hoewel de hardware van deze sturingen er compleet anders uitzien, hebben deze varianten dezelfde softwarefunctionaliteit en kunnen deze via identieke tools ingesteld worden. Met andere woorden: als je met de een kan werken, kan je ook met de andere werken.
“Bij decentrale systemen zijn er 2 pistes: een uitvoering zoals de Protec i550 waarbij de frequentieregelaar en motor separaat gemonteerd zijn of de Smart Motor, waarbij op de motor een sturing opgebouwd wordt. De SmartMotor heeft minder functionaliteit dan de i550-familie, maar die is voor klassieke horizontale transporttoepassingen meer dan voldoende. Je kan er tot 4 verschillende snelheden selecteren, en door de gecontroleerde ramp down heb je steeds een nauwkeurige positionering, onafhankelijk van de belading van de transportband of rollenbaan. De meerkost van een SmartMotor op een Lenze-motorreductor ligt in de grootte-orde van een thermische beveiliging en 2 contactoren die men nodig heeft om een DOL (Direct OnLine) motor aan te sturen in 2 richtingen.”
Communicatie via I/O-Link
IO-Link wordt al door meer dan 200 bedrijven aangeboden en bevindt zich eerder in het sensoren/actorengebied, in het field level. Door het toepassen van IO-Link worden verschillende sensoren en actoren op eenzelfde manier aangesloten. Of het nu een naderingsschakelaar is of een frequentiesturing, de interface is identiek.
"Vroeger vereisten sensoren zeer diverse ingangen: digitaal, analoog, stroom, RS 232 ... noem maar op. Er was dus altijd een interface nodig om de informatie uit te lezen. Dankzij I/O-link is er nu een gestandaardiseerd systeem, wat de engineering van systemen uiteraard pakken makkelijker maakt. Hoewel het dus oorspronkelijk uit de sensorwereld stamt, vroegen wij ons af waarom we ook onze frequentieregelaars niet zouden laten communiceren via I/O-Link."
De i550 is de eerste frequentieregelaar
die men via IO Link kan aansturen
De i550 is de eerste frequentieregelaar die men via IO Link kan aansturen. De bekabeling van IO-Link is een eenvoudig 3-wirepoint-to-pointverbinding met een standaard kabel. Adressering is niet nodig, wat handig is indien men een toestel dient te vervangen. De kostprijs van een IO-Link-aansluiting ligt op een derde van een ethernetgebaseerde veldbus.
"In combinatie met bv. een Asi 5.0 IO link master heeft men een zeer eenvoudige AS-i-bekabeling tussen de verschillende masters, waar zowel cyclisch, acyclische en safety data kunnen doorgegeven worden. Hierdoor kan de i550 niet enkel aangestuurd worden, maar worden ook de parameters van de i550 ingesteld bij de eerste inbedrijfname of later bij een eventuele uitwisseling."
Zo brengen we opnieuw de IT- en OT-wereld een stuk dichter bij elkaar
"Bijkomend is dat veel meer data ter beschikking komen die men kan verzamelen en analyseren voor bijvoorbeeld preventive maintenance, opbouw van een digital twin machine … De start van het Big-Data-verhaal… Zo brengen we opnieuw de IT- en OT-wereld een stuk dichter bij elkaar."
