- 20 september 2021
- | Bron: Dobbit
EEN NIEUWE LEEFRUIMTE
We pakken de leefruimte grondig aan. Een oude muur verbergen we onder een nieuwe afwerkplamuur, we zorgen voor een vlotte overgang tussen de tegels en het parket, plaatsen plinten en schilderen alles.
Transciptie
Tijdens dit project pakken we een muur volledig aan. We beginnen met het glad zetten en eindigen met een verflaag.
Voor Roger kan beginnen, rijdt hij eerst nog langs de doe-het-zelf om nog wat gereedschap en een aantal materialen te kopen.
Er moet een deel van de plint bijgezet worden. Roger neemt dus een MDF plint mee uit de houtafdeling. Om die op maat te zagen kan je een verstekzaag kiezen. Maar het alternatief, een rugzaag en een verstekbak, zijn minstens even goed.
Tijdens deze klus gaan we ook verven. Neem dan ook een aantal verfrollen mee. Zorg dat je de juiste hebt, geschikt om binnenmuren te verven.
Eens terug op de werkplek kan je dan beginnen met de voorbereiding. Daarvoor neem je beschermplastic en schilderstape. Om het behang los te weken neem je een spons en een emmer en om het los te steken gebruik je een plamuurmes. Daarna kan je de grote gaten nog vullen met een kant-en-klaar vulmiddel.
Begin met de grond te beschermen. Je wil niet dat er vuil of plamuur op de grond komt. Ook de tegelplint plakken we alvast af.
En eens alles beschermd is, kan je het behang aftrekken. Het gaat hier om behang met een papieren achterkant. Daarover kan je niet plamuren en dat moet je verwijderen. Doe je dit niet, gaat de afwerkplamuur los komen. Heb je vliesbehang, dan kan je dit wel laten hangen.
Het behang moet in dit geval dus volledig verwijderd worden. Je kan, als het nodig is, je behang wat nat maken met warm water zodat je de lijm losweekt. Zo gaat het papieren behang er gemakkelijk af.
Dan kan je de grote gaten vullen met een kant en klaar vulmiddel. Doe dit voor je de uitvlakpleister aanbrengt. Anders heeft die geen grip op de plaatsen waar je hem aanbrengt.
Zo'n kant en klaar vulmiddel droogt redelijk snel. Tijdens het drogen plak je het best nog alle delen af die je niet wil voorzien van een afwerkplamuur. Zowel de overgang naar de andere wanden als naar het plafond plakken we hier af.
Ook het stopcontact verwijder je het best. Daarvoor schakel je eerst de volledige kring uit. Verwijder dan het afdekplaatje en schroef de klemmen los zodat je het stopcontact uit de inbouwdoos kan halen. Dan kan je alle bevestigingen waar de elektriciteitsdraden in zitten losschroeven en de draden uit het stopcontact halen. Zet een lasdop op de draden. Zo kan je de zekering terug aanschakelen en de rest van de stopcontacten van de kring terug in gebruik nemen.
De uitvlakpleister breng je aan met de bijgeleverde structuurrol. Je mag deze goed volladen met pleister door hem diep in het product te steken. Breng dan de pleister rijkelijk aan op de muur. Doe dit zoals verf, in twee richtingen. Werk ook hier in vlakken van ongeveer 1m² en begin onderaan. Zorg dat je alle delen goed insmeert met de plamuur. Breng beter te veel pleister als te weinig op dit moment. Je mag de structuurrol dan ook diep in het plamuur soppen. Neem dan de getande vlakstrijker uit de set.
Eens je de afwerkplamuur in het eerste vak goed verdeeld hebt met de getande vlakstrijker, kan je het vak erboven insmeren met de plamuur. Ga telkens op dezelfde manier te werk. Breng de plamuur aan op het oppervlak met de structuurrol en verdeel hem met de getande vlakstrijker.
Tijdens het werken met de vlakstrijker is het belangrijk dat je nat in nat werkt. Strijk de plamuur dan ook horizontaal uit tot in het vorige vak. Begin je met je afwerkplamuur aan een muur, dan werk je hem dus ook af. Ga je tussendoor een koffietje drinken en is het vorige vak al wat gedroogd, dan zie je dit namelijk in het eindresultaat.
Tijdens het verspreiden van het plamuur met de getande vlakstrijker moet je niet te veel druk zetten, maar wel voldoende om te verdelen natuurlijk. In het begin is dit misschien wat zoeken, maar na enkele vakken ben je ook hier vlot mee weg.
Werk je met twee, dan gaat het werk natuurlijk dubbel zo snel vooruit en vermijd je ook dat je pleister al droog is.
De werkwijze blijft dezelfde. Je brengt het plamuur aan met de structuurrol en verdeelt hem op het oppervlak met de getande vlakstrijker. Eerst horizontaal en dan verticaal tot in het vorige vak.
Voor een buitenhoek wacht je even tot het plamuur aan de ene muur al wat gedroogd is. Dan kan je met een plamuurmes het pleister dat er over komt voorzichtig wegnemen. Zorg dat je zeker niet de pleisterlaag wegneemt.
Eens de bramen weg zijn, kan je de andere muur beginnen insmeren en uitvlakken. Doe dit weer op dezelfde manier. Eens ook die pleister een beetje droog is, kan je het overschot wegnemen langs de zijkant met een plamuurmes. Laat de eerste laag nu drogen. Je kan dit controleren door de pleister proberen in te drukken. Is dit niet meer mogelijk en blijft er niets meer aan je vingers kleven, dan is hij droog.
Doe dit voorzichtig en hou je plamuurmes zo vlak als mogelijk. Als je het te recht houdt, dan maak je misschien inkepingen in de eerste laag.
Net zoals de eerste laag breng je de tweede laag weer in twee richtingen aan en je eindigt horizontaal. Ook hier werk je terug in vakken van 1m² en begin onderaan. Neem dan de gladde vlakstrijker uit de verpakking.
Werk ook bij de eindlaag nat in nat. Heb je het onderste vak gedaan, dan kan je starten met dat erboven. Werk je met twee, dan kan je natuurlijk een groter oppervlak aanpakken. Maar werk ook in dit geval gestructureerd en vlak per vlak.
En voor je het weet zit heb je het laatste vak uitgevlakt. Die pleister moet nu minstens 12u drogen voor je er mag op behangen of schilderen. Laat hem dus zeker een nachtje drogen.
In het volgende deel zie je hoe je deze vlakke muur verder afwerkt. Alles begint weer met een goede voorbereiding. Dat betekent schuren en een grondlaag aanbrengen. Als die droog zijn kan je beginnen met een afwerklaag in een kleur. De ruimte wordt pas echt afgewerkt met een overgangsprofiel tussen de tegels en het parket en door de plinten te plaatsen.
In de vorige aflevering zag je al hoe je een muur gemakkelijk vlak kan zetten met een afwerkplamuur. De voorbereiding voor die afwerkplamuur begon met het behang te verwijderen en de grote gaten op te vullen. Dan pas kan je beginnen met de afwerkplamuur. Die breng je aan in twee lagen. De eerste laag strijk je vlak met de getande vlakstrijker. Daarna breng je een tweede laag aan met dezelfde structuurol en strijk je hem vlak met gladde vlakstrijker. Zo krijg je een egale muur.
Nu het plamuur droog is, kan je beginnen met schuren. Hiermee verwijder je de laatste oneffenheden en zet je de muur helemaal glad. Klaar om af te werken. Gebruik daarvoor een fijne korrelgrootte, bijvoorbeeld 220. Heb je een schuurgaas dat je op een pad kan steken, dan gebruik je die beter. Zo'n gaas loopt immers niet vol met het schuurstof en gaat dus langer mee.
Na het schuren verwijder je nog het stof van de muren met een borsteltje. Pas dan kan je beginnen met een grondlaag.
Schilderen kan je natuurlijk niet doen zonder verf. Je hebt zowel een grondlaag nodig als een eindlaag. De grond en de directe omgeving bescherm je met schilderstape en de grotere vlakken kan je afdekken met plastic.
De verf meng je met een roerstok en giet je dan in een verfemmer. Een inlegbakje voor je verfemmer bespaart je wat uitwaswerk. De verf zelf breng je natuurlijk aan met een verfrol. Voor de hoekjes gebruik je het best een ronde puntborstel.
Roer de verf goed door voor je hem in je verfemmer giet. De verschillende bestanddelen van de verf moeten goed onder elkaar gemengd worden.
Een grondlaag regelt de zuigkracht van de muur. Daardoor vermijd je plekken in je eindlaag door een verschillende zuigkracht op verschillende stukken muur. Eens alle randen zijn gedaan, kan je de grote vlakken beginnen doen. Daarvoor neem je er de verfrol bij. Met een verfrol gaat het werk niet enkel sneller vooruit, een verfrol verdeelt de verf ook beter. Daardoor krijg je uiteindelijk een egaler resultaat.
Om de grondverf voldoende te verdelen op het oppervlak verdeel je hem best in twee richtingen, haaks op elkaar. Breng de verf aan in de horizontale richting. De verf die op de muur is aangebracht kan je dan weer verdelen in de horizontale richting. Als laatste rol je de verf uit. Dat doe je weer in de verticale richting.
Zorg er ook voor dat je telkens voldoende verf neemt in je verfrol en werk telkens in vlakken van ongeveer 1m².
Laat de grondlaag nu minstens 6 uur drogen voor je begint met het aanbrengen van een eindlaag.
Voor de eindlaag gebruiken we hier een afwasbare muurverf. Die wordt niet glanzend als hij wordt afgewassen. Dat is vooral handig als er ook kinderen in de ruimte leven.
Roer de verf weer goed om en giet hem over in een verfemmer. Als je een inlegbakje gebruikt, dan hoef je straks je verfemmer niet uit te wassen.
Begin opnieuw met alle randen en hoekjes te verven met een ronde puntborstel. Door de punt aan de borstel kan je gemakkelijk tot in het hoekje verven. Als dat werkje geklaard is, kan je het werk vlot vooruit laten gaan met een verfrol. Gebruik daarbij weer voldoende verf. Naast het werken in twee richtingen, kan je ook dekkend verven volgens het M-W patroon. Dat wil zeggen dat je telkens de letter M en de letter W kruislings over elkaar schildert tijdens het verdelen van de verf. Door dat systematisch de doen over een vlak van ongeveer 1m² verdeel je de verf ook voldoende over het oppervlak.
Verder is het ook belangrijk om de verf goed en gelijmatig te verdelen over het oppervlak op tot een glad resultaat te komen.
Het inlegbakje voor je verfemmer kan je gewoon uit de emmer halen en weggooien. Je hebt dan een nieuw bakje voor een frisse start voor de tweede laag.
Tijdens dat de eerste laag droogt, plaatsen we al het overgangsprofiel tussen het parket en de tegelvloer. Daarvoor heb je de houten profielen nodig. Die verzaag je met een rugzaag en om preciezer te werken kan je dit doen met een verstekbak.
We vernissen de profielen, dus hebben we gekleurde vernis nodig, een verfrol met korte haren en een verfbakje.
De profielen bevestig je met een transparante polymeerkit. Voor een koker gebruik je een lijmpistool.
Breng de vernis aan op het profiel. Je kan dit doen met een borstel of een rolletje. Het voordeel van een rolletje is dat je gemakkelijker een egale verdeling van het vernis krijgt.
Eens het vernis droog is, kan je de profielen op maat zagen. Met een verstekbak en een rugzaag heb je zeker een rechte snede en is je stede ook haaks. Zo krijg je een mooi eindresultaat.
Eens het profiel op maat gezaagd is, kan je het bevestigen met je montagekit. Daarvoor open je de koker en snij je de spuitmond aan. We werken hier met een profiel in twee delen omdat het hoogteverschil tussen het parket en de tegels verschillen. Eerst brengen we een rechtopstaand deel aan tegen de zichtbare kopse kant van het parket.
Als laatste brengen we dan het hoekprofiel aan over het parket en de net geplaatste lijst. Deze hoelijst dekt mooi de volledige kopse kant van het parket af.
Een tweede laag is nodig om een volledige dekking van de muur te krijgen. De tweede laag gaat meestal iets sneller dan de eerste laag. De technieken om de verf aan te brengen zijn nu ook gelijkaardig als de vorige keren. Werk zoals altijd in twee richtingen en breng de verf kruislings aan.
Verwijder na het schilderen meteen de schildersplakband. Doe dit voor de verf droog is, zo voorkom je dat de schilderstape een deel van de gedroogde verf meetrekt. Ook de beschermplastic mag nu verwijderd worden.
Als laatste plaats je nog plinten in de ruimte. Daarvoor hebben we al een plint gekocht en om die op maat en in verstek te zagen gebruik je een verstekzaag. De bevestiging van de plinten gebeurt met een polymeerkit die je verdeelt met een kitpomp. De randen plak je af met wat schilderstape.
Zet je verstekzaag vast op je werkbank. Zo kan je gemakkelijk de plinten zagen. Zet de plint dan vast en zet ze onder de verstekzaag om een mooi verstek te krijgen.
De dotten moeten dik genoeg zijn om de oneffenheden onderaan de muur op te vangen. Is je muur afgewerkt tot onderaan, dan kan je in zigzaggende bewegingen de lijm op de plint aanbrengen. Plaats de plinten een per een en laat ze telkens goed aan elkaar aansluiten. Een kopse kant verberg je ook beter en dat doe je door het laatste stuk in verstek te zagen en daartussen nog een klein stuk half in verstek gezaagd aan te brengen.
De ruimte is bijna afgewerkt, we moeten enkel nog een paar kleine dingen in orde brengen. Als eerste plaatsen we het stopcontact terug. Daarvoor schakelen we de elektriciteitskring terug uit en verwijder je de lasdoppen. Breng de draden terug op de juiste plaats aan in het stopcontact en breng het stopcontact op zijn plaats. Je kan dan de klemmen vast draaien en het afdekkapje monteren. Is alles gemonteerd en veilig, kan je de elektriciteitskring terug inschakelen.
We hebben de randen al afgeplakt schilderstape om morsen te voorkomen en een mooie rechte kitrand te krijgen. Gebruik hier wel schilderstape voor gevoelige ondergronden, de muur is immers nog maar net geschilderd.
Breng de polymeerkit aan. Door je kitpistool onder de juiste hoek te houden, werk je de naad meteen glad af. Verwijder meteen na het kitten de schilderstape. En eens de plinten er staan, is de ruimte volledig afgewerkt.