- 05 december 2017
- | Bron: Dobbit
Het zelfbouwhuis - aflevering 32

Afvoerleidingen plaatsen - Ep. 32 - Nu onze voorbereidende slijpwerken in orde zijn, kunnen we starten met de eigenlijke plaatsing van onze nutsvoorzieningen. We doen eerst die met betrekking tot het water, beginnende met onze afvoerbuizen.
Transciptie
In de vorige aflevering troffen we de voorbereidingen voor de installatie van onze nutsvoorzieningen. We bepaalden waar stopcontacten, schakelaars, kranen en dergelijke moeten komen, tekenden dit uit en maakten daarna de uitsparingen in de muren.
In deze aflevering kunnen we eindelijk starten met de plaatsing van onze nutsvoorzieningen. We doen eerst die met betrekking tot het water, beginnende met onze afvoerbuizen.
We plaatsen dit volledig zelf. Dit neemt ongeveer 20 uur in beslag. Doe dit maal de gemiddelde uurprijs van een gespecialiseerd plaatser, dan kom je op een besparing van ongeveer 800 euro.
Vrouw 1
De voorbereiding van de nutsvoorzieningen is iets heel belangrijk in een woning. Euhm…
Wat moet je doen? Je moet je eigenlijk informeren bij de nutsmaatschappij van de buurt.
Vrouw 1
Op de website kan je dan ook meestal eigenlijk vinden wat je als particulier of als bouwer moet doen.
Vrouw 1
We moeten ten eerste de juiste keuze maken waar de nutsvoorzieningen komen. Dat doe je met het plaatsen van de energiebocht. De energiebocht wordt geplaatst zo dicht mogelijk bij de straat, anders laat men dat niet toe, je mag niet te diep in de woning komen.
De bedoeling is dat je dan haaks naar de straat – dus de kortste weg naar de straat – wachtleidingen legt. En die wachtleidingen hebben dezelfde diameters als alle diameters van die energiebocht. En die trek je dus naar de straat.
Goed, net voor de gevel van de woning, dus aan de buitenzijde van de woning moet je altijd wel een put open laten van 1 meter op 1 meter, waardoor de mensen van de nutsmaatschappijen dan goed hun werk kunnen doen. Dat ze heel gemakkelijk kunnen werken. En eenmaal binnen, moet men dan eigenlijk een bord plaatsen op de wand van zeker 1,20 meter breed op de hoogte van de plaat of ruimte hoog.
Op dat bord kan men dan alles organiseren, want het is zeer belangrijk dat bijvoorbeeld het gas niet onder de elektriciteit zit, zodat er geen brand kan ontstaan.
De energiebocht en de aansluitplaat werden al geplaatst, waardoor we klaar zijn om met de technieken van start te gaan.
We beginnen nu aan een volledig nieuw onderdeel in onze bouw, dus zullen we wel wat ander gereedschap nodig hebben.
De ruwe werken zitten erop, dus verfijnde tools zijn dan ook een must om onze taken goed te kunnen uitvoeren.
In de doe-het-zelfzaak vinden we al het toebehoren dat we nodig hebben.
Wanneer we twijfelen over welk materiaal we precies zullen moeten gebruiken, kunnen we altijd raad vragen aan een medewerker.
En eens we volledig uitgerust zijn, kunnen we de plaatsing van de nutsvoorzieningen aanpakken!
Man 1
Bij de installatie van je technieken heb je heel wat buizen en leidingen die je door je huis moet trekken.
Let vooral op de juiste volgorde.
Begin met de installatie van je afvoer, dat die het juiste afschot kan hebben…
Daarna leg je je verwarmingsbuizen…
Zorg ervoor dat je niet omhoog en omlaag gaat en dat er geen luchtopstapeling is in de leidingen.
Ga verder met de installatie van je sanitair toévoer…
Daarna kun je de ventilatie inwerken…
En als laatste komen elektriciteitskabels… alarmkabels… domotica... noem maar op.
We beginnen dus met de installatie van onze afvoerleidingen.
Dit doen we volledig zelf. In principe is het niet moeilijk, we moeten gewoon vooraf goed weten waar er precies afvoeren moeten voorzien worden.
Tijdens de ruwbouwwerken hielden we hiermee ook al rekening, zodat er op de juiste plaatsen afvoerleidingen in de funderingen verwerkt werden. Het rioleringsplan werd toen opgemaakt en uitgevoerd.
Het komt er in principe op neer dat overal waar we water voorzien, dus bij wastafels, douche, bad, wasmachine… er ook een afvoer moet komen.
Voor het afleiden van water is er geen legplan voorhanden.
We leggen de buizen spontaan op het moment zelf.
Tot aan de afvoeren, en volgens de juiste principes.
Die principes zijn als volgt:
Gebruik steeds een zo groot mogelijke diameter. Dit is uiteraard afhankelijk van de ruimte die er beschikbaar is.
Zorg steeds voor voldoende helling van je buizen, zodat het water goed wegloopt.
Vermijd bochten van 90°, tenzij er een grote stuwkracht achter zit. Een bocht van 2 keer 45° is minder scherp en zorgt voor een betere doorstroming, wat opstopping zal reduceren.
In de keukenkast verwerken we een grote buis die we aansluiten op het voorziene afvoerpunt in de fundering.
Daarop monteren we dan een verloopstuk waar we onze buis van diameter 50 op kunnen laten aansluiten.
Dit moet deels in het plafond komen, waardoor we langsboven dus noodzakelijk voor een kleinere diameter moeten gaan.
Daarna is het een kwestie van puzzelen.
We proberen alles zo compact mogelijk te houden, want we moeten rekening houden met de dikte van ons vals plafond.
Probeer het aantal bochten waar mogelijk te beperken. Want hoe meer bochten je hebt, hoe meer het water aan snelheid verliest, en hoe groter dus de kans dat je water niet vlot wegloopt.
Daarna beginnen we met de afvoeren van de douche boven te leggen.
Die moeten naar het gelijkvloers lopen.
We besluiten de afleiding van het water uit de douchekamer via een verticale leiding in de muur op onze riolering aan te sluiten.
Deze oplossing komt op het moment zelf uit de bus, waardoor we dus eerst nog een sleuf zullen moeten voorzien.
We slijpen de incisies op de juiste locatie in en kunnen de uitsparing dan maken met de boorhamer.
Je draagt best een koptelefoon en een veiligheidsbril ter bescherming.
Hou ermee rekening dat dit een zware machine is en je er dus niet heel fijn mee zal kunnen werken.
Terwijl we bezig zijn, zorgen we dat ook de uitsparing voor de afvoerleiding van het toilet boven op punt staat.
Daarna kunnen we met de hamer en de beitel de meer precieze afwerking doen.
We werken de sleuf bij tot de leiding er perfect in past.
Is dit in orde, dan kunnen we de aansluiting met de rioolbuis voorzien.
Met een verloopstuk krijgen we onze dunnere leiding hierop perfect waterdicht aangesloten.
Wanneer de aansluiting wat klemt, kun je een plank en een hamer gebruiken om hem erin te slaan.
Op die manier kun je heel wat kracht uitoefenen, zonder het stuk zelf te beschadigen, wat een ramp zou zijn voor de waterdichtheid van je aansluiting!
Zit de verloopmof erin, kun je de koppelstukken in elkaar beginnen puzzelen.
Je doet dit door te proberen en te corrigeren, want er mag niets langs de muur uitsteken.
Is dit in orde, dan kunnen we afstand voor het tussenstuk opmeten.
Langs boven moeten we ermee rekening houden dat we niet te laag mogen komen, want de dikte van ons vals plafond ligt al vast.
Máár, er moet nog genoeg helling kunnen zijn om het water te laten weglopen… Een moeilijke oefening dus!
We meten dit nu af op het rechte stuk en kunnen dat dan op maat slijpen.
Met een stukje tape duiden we de afstand rondom rond aan, zo korten we de buis meteen ook recht af.
Nadien moeten we de rand nog ontbramen, dit wil zeggen ‘ontdoen van uitstekende stukjes’, zodat hij mooi glad is en perfect aansluitend kan aangekoppeld worden.
We doen dit met een mesje.
En ook een ronde vijl kan daarvoor gebruikt worden.
Ten slotte is ook schuurpapier een optie! Kies geen te grove korrel, zodat je fijn genoeg kan afwerken.
Schuurpapier is trouwens iets handiger dan een mesje of een ronde vijl, want daarmee kan je goed de vorm van je stuk volgen.
Eens dit gebeurd is, kunnen we de buis ter plaatse steken.
Daarna gaan we het verbindingsstuk voor langs boven bij elkaar zoeken.
We gebruiken hiervoor koppelstukken die voorzien zijn van een brede en een smalle kant, zodat ze over elkaar kunnen geschoven worden.
Heb je dit nu niet, dan is dit geen ramp! Er bestaan 2 mogelijke oplossingen voor.
De eerste manier helpt ons 2 vrouwelijke stukken – dit is de benaming voor de bredere uitgang – met elkaar te verbinden.
We kunnen dit simpelweg doen door een stukje buis tussen te steken.
Je meet eerst af hoelang dit stuk moet zijn.
En zet dit dan over.
Daarna plak je de afstand af met tape…
Zodat je het correct kan afslijpen.
Nog wat schuren om het uiteinde mooi glad te maken, en dan kan je de twee stukken aan elkaar koppelen.
Een tweede manier helpt ons om 2 mannelijke zijdes – dit zijn de smalle stukken – met elkaar te verbinden.
Wat je hiervoor moet doen, is het uiteinde van één van de buizen verhitten. Op die manier wordt het plastic zacht.
Daarna kun je er het andere stuk insteken. Het verwarmde gedeelte is nu flexibel en past zich dus aan.
Steek de buis voldoende ver, zodat de overlapping groot genoeg is.
Is het plastic voldoende afgekoeld, dan wordt het terug hard en zo heb je een vrouwelijke mof gecreëerd!
Hou bij de koppeling van je buizen ook rekening met het volgende:
De volgorde man – vrouw garandeert een betere doorstroming.
Doe je het omgekeerd, dan kan het water gehinderd worden door de rand, en heb je meer kans op lekken.
Met deze tips kun je nu de nodige overgangsstukken in elkaar puzzelen.
Om nu te weten hoe je die achteraf terug juist in elkaar moet steken, zonder opnieuw te moeten zoeken, maken we gebruik van markeringen.
Bij sommige buizen zijn er al markeringen aangebracht op de moffen.
Die kun je dan gebruiken als hulpmiddel om alles terug in de correcte positie te plaatsen.
Zijn er nog geen aanduidingen, dan kun je dit eenvoudig zelf aanbrengen.
Neem een stift en trek een streepje waar de twee stukken elkaar kruisen.
Zo weet je onder welke hoek ze achteraf terug in elkaar moeten passen.
Man 1
Dit stukje van de puzzel is compleet.
Ik heb alle stukken op maat gezet, en gemarkeerd hoe ze precies in elkaar passen.
Nu kan ik ze verlijmen.
We gebruiken hiervoor een speciale lijm voor PVC. Die zorgt voor een uitstekende hechting waarmee je gegarandeerd een waterdicht resultaat bekomt!
Nadat je alles gemarkeerd hebt – vergeet dit niet, want anders is je gepuzzel voor niets geweest – haal je de stukken terug uit elkaar.
Maak je koppeling dan stofvrij en smeer daarna voldoende lijm op de verbinding.
Met het geïntegreerde borsteltje kun je dit gemakkelijk doen.
Eventueel kun je vooraf de binnenkant nog wat opschuren voor een goeie hechting, al is dit zeker geen vereiste, door de sterkte van de lijm.
Is er genoeg lijm gesmeerd, dan kun je alles terug ineen steken.
Met behulp van de vooraf aangebrachte streepjes, is dit een fluitje van een cent!
Met je vinger kun je de overtolige lijm langsbinnen nog wat afvegen, zodat je een perfect aansluitend resultaat bekomt.
Het is trouwens niet per se nodig om op beide kanten van de verbinding lijm aan te brengen. Één zijde is voldoende, maar zorg er wel voor dat hij genoeg ingelijmd is!
Wanneer de PVC-leiding in de muur nu afgewerkt is, fixeren we hem nog met een stukje hout.
Zo zit de afleider geklemd en zal hij mooi in de muur blijven zitten.
Nu rest ons nog het moeilijkste onderdeel van de installatie.
Man 1
Alle afvoerbuizen van het eerste verdiep verlopen hier via het vals plafond, omdat we te weinig vloeropbouw hebben op de verdieping zelf.
We moeten het water met andere woorden via buizen in het plafond kunnen afvoeren.
Dit is niet simpel, omdat onze hellingsgraad voldoende groot moet zijn, zodat het water vlot afloopt.
We moeten daarbij ook rekening houden met de dikte van ons vals plafond, en mogen dus niet te veel zakken!
We beginnen met ons tussenstuk op maat te maken.
Voor de lange afstand is één stuk buis net niet lang genoeg, dus via onze techniek van het verwarmen kunnen we hem verlengen.
Het extra stukje slijpen we eerst op maat, waarna we de mof kunnen maken.
En ook de afstand tussen 2 andere koppelingen moet nog overbrugd worden. We meten terug af, en maken het op maat.
Je kan dit met de slijpschijf doen, maar ook een ijzerzaag is een optie.
Hiermee krijg je wel meer bramen, dus zorg dat het achteraf zeker goed glad gemaakt wordt!
Wanneer alles past, kunnen we terug lijmen.
Nu moeten we zorgen dat de koppelingen gefixeerd worden aan het plafond, zodat we de helling kunnen vastleggen.
We doet dit met pluggen en bandijzer.
Eerst moeten er daarvoor gaten geboord worden.
Daarin steken we dan een plug.
We gebruiken hier hollewandpluggen, want we moeten het in onze holle pottenstructuur kunnen bevestigen.
Deze hollewandpluggen trekken samen wanneer er een schroef in gedraaid wordt, waardoor we een goeie grip krijgen in ons plafond.
Daarna schroeven we het bandijzer vast.
Zorg ervoor dat het nog niet te veel aangespannen wordt, zo kun je eerst nog de helling op punt zetten, om het vervolgens definitief vast te draaien.
We klemmen een spie hout tussen het plafond en de afvoer, zo blijft die zitten. Want dit is ons laagste punt, en mag dus zeker niet naar boven kunnen bewegen.
Met de waterpas controleer je nu de helling van je leiding.
Dit hoeft niet veel te zijn. Als het bolletje van je waterpas iets naast het midden komt, is dit voldoende.
Daarna moet ook de lange zijde nog vastgemaakt worden.
Nadat alle koppelingen verlijmd zijn, kunnen we ook die aan het plafond hangen met bandijzer.
Doordat we hier met een lang stuk zitten, is het bepalen van de helling iets moeilijker. De buis moet immers in een constante lijn aflopen zodat er geen verzakking zit, waar het water zou kunnen vertragen.
We overbruggen de grote afstand met een paar bandijzers tussenin.
Op die plaatsen steken we ook kaleerblokjes, zodat een vloeiende afleiding van het water verzekerd is.
Zo bekomen we een compacte oplossing voor ons gebrek aan opbouwhoogte op de eerste verdieping, dat toch het gewenste resultaat zal leveren!
In deze aflevering bespaarden we 800 euro. Samen met het voorlopige totaal van 44.670 euro komt het gespaarde bedrag nu uit op 45.470 euro.
In de volgende aflevering gaan we verder met het plaatsen van onze watervoorzieningen. We leggen de buizen voor de verwarming en het sanitair, en laten de ketel aansluiten door onze leverancier.