- 27 mei 2025
- Door Chris Craps
- | Bron: Foodprocess
Portret van een wereldsucces: de Belgische aardappel
Deel 2: Het doorstaan van een internationale storm

Terwijl Belgische aardappelverwerkers blijven investeren in schaalvergroting en innovatie, doemen aan de internationale horizon donkere wolken op. Misschien moet de Nederlandse Donald-pootaardappel daarom een andere naam krijgen. Het is immers een vreemd woord geworden, zeker nu de Amerikaanse president de wereldeconomie in chaos heeft gestort. We weten nog niet hoe de Belgische aardappelsector eruit zal komen, maar de ingetrokken/uitgestelde – en straks misschien toch bevestigde – importheffingen van de VS hebben de exportgedreven sector al flink verstoord. Extra tekst en uitleg bij deze analyse krijgt u van Belgapom-CEO Christophe Vermeulen.
Belgische friet en Amerikaanse heffingen
Ondanks de fluctuerende ongerustheid doet België het goed. Het land is uitgegroeid tot de grootste exporteur van verwerkte aardappelproducten ter wereld, met een verwerkingscapaciteit van meer dan 6 miljoen ton aardappelen per jaar. De sector heeft een omzet van ongeveer 5 miljard euro en biedt werk aan 6.000 mensen. Jaarlijks worden vanuit Europa 15,5 miljoen ton diepvriesfrieten wereldwijd verhandeld. Drie miljoen ton komt uit België, en Clarebout is een van de succesverhalen in de sector. Jaarlijks importeert de VS tienduizenden tonnen diepgevroren frieten uit Europa, met België en Nederland als de premiumleveranciers.
Maar wat gaan de Amerikaanse importheffingen doen? Volgens Vermeulen is het onmogelijk om eenduidige gevolgen te voorspellen. Noord-Amerika is een belangrijke markt, al is het niet de grootste: “75% van onze producten gaat nog altijd naar Europa.” Toch gaat het nog steeds om een aanzienlijke export van bijna 250 miljoen euro, goed voor 176.000 ton verwerkt product.
“Als die handelsheffingen erbij komen, vreet dat aan de marges en onze competitiviteit. Dat staat buiten kijf”
Er was de voorbije weken en maanden al sprake van verhoogde handelsheffingen, wat voor onrust zorgt. “Dat is misschien tijdelijk, misschien ook niet. Het is gewoon allemaal redelijk onzeker.” Vermeulen benadrukt dat Noord-Amerika niet zomaar in zijn binnenlandse vraag naar frieten kan voorzien. "België exporteert veel naar die markt omdat er meer wordt geconsumeerd dan lokaal geproduceerd. Je kunt daar geen fabriek zetten op veertien dagen tijd,” merkt hij op.

Hij wijst erop dat België nog steeds een kwalitatief sterk en specifiek ontwikkeld product aanbiedt. Ook op het vlak van prijszetting zit het voorlopig nog goed. Maar hij waarschuwt: “Als die handelsheffingen erbij komen, vreet dat aan de marges en onze competitiviteit. Dat staat buiten kijf.” Toch blijft hij nuchter over de vooruitzichten: “Het is niet dat een exportnetwerk richting de VS volledig stilvalt, omdat de vraag er nog altijd is.”
Als die heffingen er komen, zullen de Amerikanen veel meer moeten betalen voor de Belgische friet, waardoor die minder aantrekkelijk wordt. Een meer dan waarschijnlijke daling van de uitvoer is zeker geen goed nieuws. Volgens frituurwereld.nl zal er dan mogelijk meer aanbod komen op de Europese markt. Dat zou de prijs kunnen drukken.
Voor Vermeulen heeft het weinig zin om daarover te speculeren. “Er zou van alles kunnen. Maar het kan ook zijn dat er andere afzetmarkten worden gevonden." Zo kijkt hij naar een eventueel grotere vraag in Latijns-Amerika: "Dat is een markt die goed is voor ons. Je hebt bedrijven die hierop anticiperen. We zitten nu ook in een beurzenprogramma met VLAM, bijvoorbeeld, waarbij veel van onze bedrijven op een heel beurzenscenario zitten in Azië, als er daar nieuwe klanten gevonden worden. Voilà, dan gaan onze frieten daar naartoe. Voor de rest kunnen we weinig zeggen. Onze aardappelen zitten nog maar net in de grond, maar je weet nog niet hoeveel aardappelen er zullen zijn. Als er weinig zijn, dan vervallen de gestelde vragen. Hebben we een lange, droge zomer, dan zullen we straks een heel ander gesprek hebben.”
Nog volgens frituurwereld.nl zullen onze frieten niet goedkoper worden. De prijs is immers al twee jaar aan het stijgen. In Nederland is de gemiddelde prijs voor een doos voorgebakken frieten met zo’n 60 procent gestegen. Toch hebben de grote frietproducenten gemerkt dat de afnemers hoe dan ook bereid zijn om een hogere prijs te betalen. Dus zelfs met de importheffingen wordt er niet verwacht dat de prijs zal zakken. Het is ook de vraag of de Amerikaanse heffingen op lange termijn stand zullen houden, want het binnenlandse protest groeit met de dag.
Amerikaanse aardappel
Het is in het licht van die importheffingen interessant om het eens even van de kant van de Amerikaanse aardappelboer te bekijken. Bijvoorbeeld: Colorado is de op een na grootste aardappelproducerende regio van de Verenigde Staten, en de San Luis Valley produceert jaarlijks gemiddeld twee miljard pond aardappelen. Bijna 15% van hun oogst wordt naar Mexico geëxporteerd. Als die export van de ene dag op de andere zou wegvallen, zou men voor 15% van de oogst een nieuwe afzetmarkt moeten vinden, maar er zijn simpelweg niet genoeg consumenten om zo snel zoveel aardappelen te eten.
Alle verloren inkomsten zouden dan terugvallen op de teler, die dan geen enkel rendement op zijn investering meer zou krijgen. Als dat meerdere jaren op rij zou gebeuren, zouden producenten blijven werken met flinterdunne marges of zelfs besluiten minder aardappelen te gaan verbouwen. En als ze beslissen om minder te produceren, beïnvloedt dat uiteindelijk het vermogen om bijvoorbeeld de grond af te betalen.

Trump heeft in het verleden importtarieven gebruikt om andere landen aan de onderhandelingstafel te krijgen, en de Amerikaanse bevolking meende dat dit in haar voordeel was. Maar de kans bestaat dat het deze keer averechts werkt, en daar zijn de boeren bang voor. In het beste geval kan het immigratiebeleid nog parten spelen. Die aardappelen moeten immers van het veld gehaald worden. Als er niet genoeg arbeidskrachten zijn om de toeleveringsketen draaiende te houden, zullen de landbouwproducten op het veld rotten en komt de voedselzekerheid in gevaar. Werknemers van elders zijn noodzakelijk in de Amerikaanse landbouw. Het is dus zeer de vraag of Trump zijn uitwijzingen tot in het extreme zal doorvoeren.
Op dit ogenblik lijken de Amerikaanse boeren vooral in de puree te zitten met Trumps en Musks draconische inkrimping van het ambtenarenbestand. Volgens vilt.be, gebaseerd op informatie van Reuters, sijpelen de eerste verhalen van de besparing binnen. Het USDA (United States Department of Agriculture) wacht bezuinigingen. Maar de omvang blijft vaag voor de bijna 100.000 werknemers. Bronnen spreken van tot 6.000 werknemers die intussen al ontslagen zijn. Het zou onder meer gaan over voedselinspecteurs, gewasbeschermingsdeskundigen en trainers van ziekte-opsporende honden.
De vrees bestaat dat dit alles zal leiden tot stijgende voedselprijzen, meer voedselverspilling en invasieve plagen. De bezuinigingen van het USDA laten zich vooral voelen in kuststaten met grote havens. Men moet het daar stellen met veel minder personeel dat controles uitoefent op gewasbeschermingsmiddelen, quarantainemaatregelen en controle van illegale goederen of ongedierte. Havens worden nog meer belast, en zeecontainers blijven ongeladen staan, met alle gevolgen voor de versheid van de inhoud – om nog maar te zwijgen van voedselverspilling. Daarnaast komen kleinere landbouwbedrijven in gevaar door het stopzetten van allerhande federale fondsen en subsidies.

Investeringen, stijgende prijzen en importheffingen
Terwijl Belgische aardappelverwerkers zoals Lutosa, Agristo en Clarebout zwaar investeren in uitbreiding en modernisering — met miljardenprojecten in België en daarbuiten — dreigen die Amerikaanse importheffingen de export van diepvriesfrieten ernstig te verstoren. Zoals hoger vermeld is de VS goed voor een exportwaarde van ongeveer 250 miljoen euro aan Belgische aardappelproducten. Hogere invoertarieven zouden volgens sommigen de prijscompetitiviteit aantasten en mogelijk leiden tot een daling van de uitvoer naar de Amerikaanse markt.
Tegelijk blijft de binnenlandse druk hoog. De prijzen bij ons blijven stijgen door de noodzakelijke nadruk op duurzaamheid en andere factoren – sinds 2019 met 45 procent tot een gemiddelde van 250 euro per ton – en dat vermindert de concurrentiekracht tegenover landen als India en China. En toch: smaak kan een rol spelen. De consument zal voor zijn portie friet misschien toch kiezen voor de Belgische aardappel, omdat die gewoonweg kwalitatief beter is. Die betere kwaliteit moet je natuurlijk wel kunnen volhouden in een zeer concurrentiële markt.
Angst om te investeren tijdens economische onzekerheid is volgens Vermeulen geen goede raadgever. Hij benadrukt dat de Belgische bedrijven sterk inzetten op innovatie en specialisatie. Volgens hem is dat de enige manier om de concurrentie van de rest van de wereld te counteren en zo je voorsprong te behouden: “Als je gaat achteroverleunen, zoals de textielbaronnen in de jaren 90, ga je een boel kwijtspelen. Dan zit alles in China en/of India."
"De essentie is: hoe stem je een specifieke vraag optimaal af op het beschikbare aanbod?"
Toch maakt hij meteen duidelijk dat de voedingssector fundamenteel anders functioneert dan de textielsector destijds. "Wij werken niet met textiel, wij werken met voeding. Dat is een heel andere manier van denken", stelt hij. Blijven investeren is essentieel om de voorsprong te behouden. We beschikken over de modernste fabrieken, de beste technieken, en bovendien over de meest innovatieve producten en specialiteiten. "Deze investeringen vergen jaren om te verfijnen en bieden bedrijven zekerheid over hun werking op langere termijn."
Vermeulen vindt het kortzichtig om te beweren dat bedrijven zomaar fabrieken blijven bouwen, terwijl er misschien straks geen aardappelen meer zijn omdat de vraag wegvalt. "Nee, de vraag is anders. De essentie is: hoe stem je een specifieke vraag optimaal af op het beschikbare aanbod?"

Hij wijst erop dat bedrijven zulke beslissingen niet lichtzinnig nemen. Lutosa, een dochterbedrijf van het Canadese McCain, zou geen bijkomende investering van 225 miljoen euro in Waregem aankondigen als daar geen groeiperspectief was. Hetzelfde geldt voor Aviko, dat geen tweede productielijn zou opstarten zonder vertrouwen dat die ook effectief kan draaien. En bedrijven als Ecofrost, Agristo en Clarebout bouwen geen fabriek in Noord-Frankrijk als ze zouden vrezen voor een gebrek aan grondstoffen.
“Dat zijn geen kleine bedrijven,” benadrukt hij. “Dat zijn globale spelers. Die nemen geen onverantwoord risico. Kijk maar naar hun traject van de laatste 15 jaar.”
2025
Hoe ver kunnen we, zonder even rekening met de compleet onvoorstelbare internationale situatie, het verloop van 2025 inschatten? Vilt.be meldt op basis van Viaverda-cijfers een eerste voorzichtige schatting. Het proefcentrum polste bij 130 Vlaamse aardappeltelers naar het aardappelareaal dat ze dit jaar willen uitplanten. In Wallonië bevroegen Fiwap en Carah 87 telers. Zowel in Vlaanderen als in Wallonië lijkt het totaal areaal consumptieaardappelen te stijgen met 6% (bijna 6.000 ha). Dit brengt het areaal in België op ruim 106.000 ha. Het areaal vroege aardappelrassen zou met 4% stijgen, terwijl er wellicht 5,5% meer late aardappelen geplant zullen worden. Geografisch zien we een grote stijging van het areaal ten oosten van Brussel (+14%) en een lichte daling in Oost- en West-Vlaanderen (-2%). Qua aardappelras blijft Fontane de nummer één.
Volgens Christophe Vermeulen is het momenteel nog te vroeg om voorspellingen te doen over dit jaar. “Er valt nog geen uitspraak te doen over wat we dit jaar kunnen verwachten,” zegt hij. De aardappelen zitten nog maar net in de grond, al is dat dit keer vrij vlot verlopen in vergelijking met vorig jaar. De vroege aardappelen zijn al geplant, en ook meer dan de helft van de late zit er intussen in. “Halfweg april is dat geen slechte positie. Vorig jaar waren we zes weken te laat. We hebben ze in juni nog gepoot.”

Die laattijdige planting vorig jaar bracht veel onzekerheid met zich mee. “Je kon toen enkel bidden dat we een normale zomer en geen hele natte herfst gingen hebben. En het bidden heeft geholpen, want de oogst is nog behoorlijk geweest.” Toch beseft hij dat het ook anders had kunnen lopen. “Hadden we de herfst van 2023 gehad, waren we wel in de problemen gekomen. Dat was een heel, heel natte herfst. Acht weken regende het, je kon niks uitrijden en alles werd rot.”

Doordat alles vorig jaar later de grond in ging, moest het gewas ook langer blijven staan. “Aardappelen hebben hun groeidagen nodig. Je kunt ze ook niet begin september uithalen, want dan heb je niks. Je moest sowieso tot oktober wachten.” Gelukkig was oktober mild en kwam uiteindelijk alles goed. “Maar zo heb je elk jaar iets.” Dit jaar ziet het er voorlopig beter uit. De aanplant verloopt vlot, al houdt Vermeulen een slag om de arm: “Ik verwacht dit najaar weer een of andere kleine catastrofe. Of we gaan een hele lange, droge zomer hebben?”
Toch blijft hij hoopvol. “Vorig jaar hadden we een redelijk gemiddelde Belgische zomer. Waarom is dat goed? Omdat we hier de beste aardappelgronden en ook het beste aardappelweer hebben. Een gemiddelde Belgische zomer is een beetje warm en een beetje regen. Dus ik hoop daarop.” Wat de oogst zelf zal brengen, blijft voorlopig koffiedik kijken. “Wat als je enorm veel aardappelen hebt? Dan zit je met lage prijzen. Of je hebt te weinig aardappelen? Dan moet je beginnen invoeren. Dat is nog een heel ander verhaal.”
Voor de aardappelsector dringt zich een globaal beleid op, waarbij klimaatmaatregelen, handelsverdragen en voedselzekerheid met elkaar worden verzoend. Toekomstgerichtheid is dus een must, want de Belgische aardappel moet als wereldspeler absoluut zijn stevige positie én voorsprong in de wereld behouden. Niemand kan voorspellen wat er straks gebeurt en niemand is gediend met paniek over de handelsoorlog/economische onzekerheid, geopolitieke spanningen en klimaatverandering. De sector heeft de troef weerbaar te zijn en is zeker in staat om de scherpste internationale stormen te doorstaan.
Voor dit tweede deel van het artikel werd gebruikgemaakt van volgende bronmateriaal: frituurleven.nl, nieuweoogst.nl, foodtec.be, belpotato.be, agroberichten buitenland, vilt.be, AGF.nl, landbouwleven.nl, boerderij.nl, VRT.be, WUR, Belga, foodlog.nl, De Tijd, Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws en foodlog.nl. Hartelijk dank aan Christophe Vermeulen, CEO van Belgapom.